Arriva opnieuw om tafel met ministerie over treinvervoer in Noord-Nederland
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat moet opnieuw met spoorvervoerder Arriva onderhandelen over de concessie voor de spoorlijnen die Zwolle met Groningen en Leeuwarden verbinden. Dat heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) bepaald. Door de uitspraak bestaat de kans dat de NS de trajecten kwijtraakt aan Arriva.
Het gaat om de vergunningen voor de sprinters op de spoorlijnen Groningen-Zwolle en Leeuwarden-Zwolle. Het ministerie had die trajecten eerder toegekend aan de NS, nadat de staatssecretaris de onderhandelingen met Arriva had afgebroken.
Die onderhandelingen waren beëindigd omdat Arriva volgens het ministerie de continuïteit van de treindiensten onvoldoende kon garanderen. Arriva wilde niet direct nieuw materieel aanschaffen voor de trajecten, maar eerst ander materieel inzetten. Daarom kreeg de NS de ritten alsnog toegekend, schrijft RTV Noord.
Onderhandelingen te vroeg afgebrokenArriva was het daar niet mee eens en stapte naar het CBb, de hoogste rechter op het gebied van bestuursrecht. Die oordeelt nu dat de staatssecretaris de gesprekken met Arriva te vroeg had afgebroken. Daarnaast vindt de rechter dat het ministerie onvoldoende heeft bewezen dat de continuïteit van de dienstregeling in gevaar zou komen.
Zo stelt het CBb dat Arriva als internationaal concern over genoeg materieel beschikt om tijdig eventueel extra materieel te kunnen inzetten. Daarnaast had de staatssecretaris, als hij hier niet op durfde te vertrouwen, ook nog financiële garanties van Arriva kunnen eisen, aldus het CBb.
De staatssecretaris moet daarom opnieuw in gesprek met de vervoerder en moet uiterlijk 8 december verslag doen van de onderhandelingen.
Monopoliepositie NSDe uitspraak van het CBb is onderdeel van een lange juridische strijd over het monopolie van de NS op het zogeheten hoofdrailnet. Daaronder valt het overgrote deel van de spoorlijnen in Nederland.
Voor deze spoorverbindingen kreeg NS zo'n twee jaar geleden al van het kabinet de vergunning voor de periode van 2025 tot en met 2033 opnieuw toegewezen. Dat werd gedaan zonder aanbesteding. Hierdoor kregen andere spoorvervoerders geen kans om de concurrentie aan te gaan.
De Europese Commissie, die al meerdere malen waarschuwde dat dit tegen de regels is, sleept Nederland voor dit voortrekken nu voor het Europese Hof van Justitie.
Ook vervoerders als Arriva, Keolis en Qbuzz zijn het niet eens met het overheidsbesluit en stapten naar het CBb. Zij vinden dat de Europese regels zijn geschonden omdat er geen openbare aanbesteding is geweest.
Het CBb zegt vandaag in een uitspraak eerst het oordeel van het Europese Hof van Justitie af te willen wachten. Dat zal naar verwachting pas eind volgend jaar met een uitspraak komen.