De politie laat steeds meer zaken liggen omdat er geen tijd en personeel is om onderzoek te doen. Vorig jaar ging het om zeker 45.000 aangiften. Dat is meer dan een verdubbeling ten opzichte van 2020, blijkt uit gegevens die de politie heeft verstrekt aan onderzoeksprogramma Pointer en de NOS.
Hoewel het aantal geregistreerde misdrijven de afgelopen jaren vrijwel gelijk bleef, is het aantal zaken dat de politie uit capaciteitsgebrek terzijde schoof fors toegenomen. Daarbij gaat het niet alleen om lichte vergrijpen.
Vorig jaar werden zeker 3700 "high impact crimes", waaronder inbraken, mishandelingen en bedreigingen, vroegtijdig beëindigd door capaciteitsproblemen. Dat zijn er twee keer zoveel als in 2020.
Aangiften van veelvoorkomende criminaliteit blijven nog vaker onaangeroerd liggen. Het gaat dan om delicten als fietsendiefstal, online oplichting, autokraak en winkeldiefstal. Daarvan legde de politie er vorig jaar zo'n 42.000 opzij door tekorten, tweeënhalf keer zoveel als in 2020.
Zorgelijk
Gert Veurink, politiechef bij de eenheid Oost-Nederland en landelijk portefeuillehouder opsporing, erkent de situatie. "Er zal altijd meer werk zijn dan we aankunnen, maar zo groot als de problemen nu zijn vinden wij zorgelijk."
In de eerste helft van dit jaar zijn al zeker 24.000 zaken vroegtijdig beëindigd wegens tijd- en personeelsgebrek.
Voor slachtoffers leidt dit soms tot schrijnende situaties. Want ook heftige zaken, zoals mishandelingen of zedenzaken, krijgen volgens de politie niet altijd de prioriteit en aandacht die ze verdienen.
Soms gaat bewijs verloren omdat er niet genoeg capaciteit is om een plaats delict uit te kammen, data te analyseren of getuigen te horen. Dat verkleint de kans op een succesvolle rechtszaak.
De politie leverde inzicht in de afhandeling van zes typen 'high impact crimes' en acht soorten veelvoorkomende criminaliteit:
Er worden ook steeds meer zaken om andere redenen voortijdig gestaakt. Zo kiezen de politie en het OM nu vaker voor een andere afdoening, zoals een waarschuwend gesprek, doorverwijzen naar hulpverlening of een civiele schadeprocedure. Dat moet kostbare capaciteit besparen.
Ook kiest de politie scherper welke aangiften genoeg aanknopingspunten bieden voor een opsporingsonderzoek en welke niet. "Zaken die het meest kansrijk zijn, of met slachtoffers, krijgen altijd prioriteit", zegt politiechef Veurink.
Zo steekt de politie veel energie in het oplossen van moordzaken, wat ook bijna altijd lukt. "Kleinere zaken en zaken zonder aanknopingspunten vallen als eerste af. Maar helaas zijn de problemen zo groot dat het daar niet bij blijft."
1500 rechercheurs met pensioen
Een van de oorzaken van de krapte is het extra werk dat de politie er de laatste jaren bij heeft gekregen, zegt Veurink. "Denk aan alle inzet bij demonstraties en de NAVO-top, de vele meldingen over personen met verward gedrag, bewaken en beveiligen. Dat maakt dat we steeds meer moeten kiezen."
Zeker bij de recherche is een groot personeelstekort, en dat wordt alleen maar erger. Van de 10.000 rechercheurs gaan er de komende jaren ruim 1500 met pensioen.
Met versnelde opleidingstrajecten probeert de politie de gaten zo snel mogelijk te dichten. "We kunnen sinds deze zomer mensen van buiten werven die niet eerst de hele politieopleiding hoeven te doorlopen", vertelt Veurink. Ook het gebruik van meer technologie moet helpen om de opsporing van verdachten te verbeteren.
Punt is wel dat de politie er financieel belabberd voor staat. Recent pleitte de politie voor 350 miljoen euro extra per jaar om de grootste problemen het hoofd te bieden. Of dat geld er komt, is aan een volgend kabinet.
Vertrouwen
Om te voorkomen dat slachtoffers van niet-onderzochte misdrijven het vertrouwen in de politie verliezen, is het belangrijk dat zij in een vroeg stadium horen wat de politie voor hen kan betekenen, zegt hoogleraar criminologie Maarten Kunst. Hij is bij de Universiteit Leiden gespecialiseerd in slachtofferrechten.
"Dat moet natuurlijk wel op een positieve en constructieve manier", zegt hij. "Slachtoffers moeten niet alleen te horen krijgen wat ze niet van de politie hoeven te verwachten, maar ook wat ze wel mogen verwachten. Dat laatste moet de politie dan ook waarmaken."
Doorverwijzen naar de juiste hulp of nazorg zou nadrukkelijker een politietaak moeten worden, vindt Kunst. Dat kan erbij helpen dat slachtoffers toch enigszins tevreden zijn, ook al wordt hun aangifte niet opgepakt. "Hiervoor is ook capaciteit nodig, maar vermoedelijk veel minder dan voor opsporingswerk."