Leger krijgt commandant Lucht & Ruimtestrijdkrachten: 'Minder afhankelijk van anderen worden'
Het Commando Luchtstrijdkrachten heet vanaf 1 juli, vandaag dus, het Commando Lucht en Ruimtestrijdkrachten. Achter die naamswijziging gaan de nieuwe kosmische ambities van Defensie schuil. Vorige week heeft de krijgsmacht zijn eerste operationele satelliet gelanceerd.
De VS hebben sinds 2019 een Space Force, in het leven geroepen vanwege het toegenomen belang van militaire satellieten en supersnelle ballistische raketten die hun doel via de ruimte bereiken. Ook in Europa is daar steeds meer aandacht voor. Er is bijvoorbeeld een eigen Europees satellietcommunicatienetwerk gepland, Irissquare, dat autonoom van China, Rusland en de VS kan opereren.
De Nederlandse krijgsmacht wil voor zijn informatie minder afhankelijk zijn van andere landen. Satellieten die de ruimte in gestuurd zullen vooral extra informatie geven aan Defensie. "Inlichtingen zijn ook handel", zegt Peter Wijninga, defensiespecialist bij het Haags Centrum Strategische Studies. "Als je iets te bieden hebt, kun je er iets voor terugkrijgen."
Volgens Wijninga loopt Nederland flink achter op dat gebied. "We beschikten lange tijd gewoon niet over de middelen om zelf inlichtingen te verzamelen. Dat proberen we nu te herstellen. We waren te veel afhankelijk van inlichtingen van bondgenoten. Dat maakt je ook kwetsbaar."
Nederlandse satellietenDefensie heeft zijn eerste stappen in de ruimte al gezet. Op 23 juni werd vanaf Vandenberg met een Falcon 9-raket van SpaceX de eerste van vier minisatellieten met radartechnologie gelanceerd. Met die SAR-kunstmanen kan het leger onder alle weersomstandigheden, en ook in het donker, gedetailleerde beelden van het aardoppervlak maken, wereldwijd.
"Deze satellieten gaan ons echt militaire capaciteiten leveren", zei Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal André Steur na de lancering vorige week. "Ze gaan ons helpen bij het in beeld brengen van wat er in de wereld gebeurt en waarschuwingen geven. Om te begrijpen, te voorspellen en te reageren op wat er gebeurt in de wereld. Dat is cruciaal voor onze krijgsmacht."
Het zijn trouwens niet de allereerste satellieten die het Nederlandse leger de ruimte instuurt. In 2021 was er al een andere minisatelliet, BRIK II, vooral bedoeld om communicatie te testen, radiosignalen op te vangen en de afkomst ervan te bepalen. Samen met Noorwegen werd die technologie doorontwikkeld. De twee identieke satellietjes die daaruit voortkwamen, Huygens en Birkeland, zijn in 2023 de ruimte in gegaan.
Grondstation in DongenEen andere samenwerking met Noorwegen is SmallCAT. Samen met TNO en de Nederlandse Defensie is daarvoor technologie voor lasercommunicatie ontwikkeld. Met de Noorse satelliet wordt een prototype getest om te kijken of de technologie in NAVO-verband inzetbaar is.
Voor 2027 staat verder de lancering van PAMI-1 gepland (de eerste in een serie), die eveneens inlichtingen gaat verzamelen voor de Nederlandse krijgsmacht.
Defensie heeft een grondstation in het Brabantse Dongen, waar signalen van Nederlandse satellieten worden opgevangen. Sinds 2014 is er in Breda het Defence Space Security Centre. Een kantoor dat zich onder meer richt op inlichtingen, navigatie en shared early warning, een satellietsysteem dat ballistische raketlanceringen kan waarnemen en tijdig kan waarschuwen. Het centrum wordt de komende jaren uitgebreid.