Staatssecretaris Paul loopt niet mee in Budapest Pride, lhbti-organisaties boos
Demissionair staatssecretaris Mariëlle Paul (VVD, Emancipatie) loopt toch niet mee in de Budapest Pride. Ze noemt de situatie rond de mars te onduidelijk voor haar "als vertegenwoordiger van het Nederlandse kabinet".
In Hongarije werd dit jaar de Pride-mars bij wet verboden, en de rechten van lhbti'ers in het land verder werden ingeperkt.
Paul is in Boedapest, om namens het kabinet Hongarije aan te spreken op het niet nakomen van Europese afspraken over mensenrechten. "En natuurlijk om deelnemers aan de Pride een hart onder de riem steken."
Dat ze nu toch niet meeloopt heeft ermee te maken dat deelnemers de kans lopen opgepakt te worden. "Ik had al eerder aangegeven dat ik mijn afweging zou maken op basis van de situatie rond de mars."
Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft vanwege de Pride het reisadvies voor Hongarije niet aangepast. Wel worden reizigers gewaarschuwd rekening te houden met een boete van 500 euro voor wie meeloopt met de Pride.
'Ongepast en ongelooflijk'Hans Verhoeven is er wel bij. Hij is regenboogactivist en grondlegger van de PrideWalk in Amsterdam. Hij begrijpt niets van de afweging van Paul. "Het is volstrekt ongepast en ongelooflijk", zegt hij. "Bovendien is die onduidelijkheid over de situatie er voor iedereen. En het risico wat zij hier zou lopen valt natuurlijk in het niets bij de grove schendingen van Europese regelgeving die Hongarije hier bezigt ten opzichte van de lhbti-gemeenschap."
Naast hem in Boedapest loopt Suzanne van de Laar, voorzitter van de Pride Amsterdam. Ook zij is vol ongeloof over het besluit van de demissionair staatssecretaris. "Ik heb haar net ook geappt om te vragen waarom ze er nou niet bij is, ik vind het niet te bevatten. De regering zegt altijd: wij staan achter je, maar dat moeten ze dan wel laten zien."
Ook Philip Tijsma van het COC Nederland noemt het besluit van Paul jammer. "Het was een krachtiger statement geweest als ze wel had meegelopen", zegt hij. "Gelukkig heeft ze daar wel met mensen gesproken, maar het was krachtiger geweest als ze mee had gelopen."
'Gaat gewoon door'Het verbod van de Pride-mars heeft tot boze reacties uit Europese hoofdsteden geleid en ervoor gezorgd dat demonstranten en hoogwaardigheidsbekleders uit alle hoeken van het continent meedoen. Vertegenwoordigers van ambassades en zeventig Europarlementariërs lopen mee.
Ook de Amsterdamse burgemeester Halsema loopt mee, net als zeven leden van de Tweede Kamer, van de VVD, GL/PvdA, D66 en Volt. De Nederlandse ambassadeur in Hongarije is ook aanwezig, met toestemming van minister Veldkamp (NSC).
PVV-leider Geert Wilders twitterde deze week dat hij de Hongaarse premier Orbán had laten weten dat hij "er geen traan om zou laten als de extreemlinkse burgemeester Halsema in Hongarije zou blijven". Daar reageerde de Utrechtse burgemeester Dijksma (PvdA) op. Zij noemde het bericht een "kwaadaardig nieuw dieptepunt" van Wilders. Want, zo schrijft ze: "Dat je Orbán dan persoonlijk oproept om een burgemeester niet terug te laten keren naar ons land is ronduit intimiderend".
'In strijd met de wet'De progressieve burgemeester van Boedapest, een tegenstander van Orbán, heeft altijd gezegd dat hij het evenement gewoon door laat gaan. Hij herhaalde dat na het nieuws dat de Hongaarse politie de mars verbood.
De politie zei toen dat het onvermijdelijk is dat minderjarigen tijdens het lhbti-evenement in aanraking komen met uitingen die in strijd zijn met de wet.
Volgens Paul heeft ze toch wat bij kunnen dragen aan de situatie in Hongarije. "Met gesprekken met de organisaties achter de Pride, met mensenrechtenorganisaties, met de burgemeester en met Eurocommissaris Hadja Lahbib. Zo heb ik namens het kabinet een heel duidelijk signaal afgegeven: dat Hongarije zich heeft te houden aan harde Europese afspreken over waarden. Dat je in heel Europa mag zijn wie je bent en mag houden van wie je wilt."