Enorme graven met onvoorstelbare aantallen doden: meer dan een week na de val van de Syrische president Assad wordt langzaam duidelijker wat onder zijn regime is aangericht. Zo is er ongeveer 40 kilometer van de hoofdstad Damascus een massagraf ontdekt. Daarin ligt een onbekend aantal lichamen; in eerste berichten worden aantallen genoemd tot meer dan 100.000.
Hulporganisatie Witte Helmen heeft tot nu toe meldingen gekregen over dertien massagraven, verspreid over het land. Volgens de hulporganisatie worden er nog zo'n 150.000 Syriërs vermist.
"Er waren jaren geleden al aanwijzingen dat deze moordmachine stevig aan het draaien was", zegt Vincent Cillessen, teamleider van het Team Internationale Misdrijven bij de Eenheid Landelijke Opsporing. "Wat er nu gebeurt, is dat het zichtbaar wordt."
Het identificeren van de lichamen kan volgens hem nog jaren duren, want er komt veel kijken bij het onderzoek naar wie er in een massagraf liggen. Hoe gaat zo'n ingewikkelde operatie in zijn werk?
Satellietbeelden en opensourcedata
"De aantallen zijn verbijsterend", zegt Kathryne Bomberger, directeur-generaal van de Internationale Commissie voor Vermiste Personen (ICMP). Deze commissie helpt overheden bij onderzoek naar vermiste personen.
De commissie heeft meldingen gekregen over een nóg hoger aantal mogelijke locaties van massagraven en forensisch interessante plekken: zeventig. "Die informatie moet nog wel worden geverifieerd", zegt Bomberger. "Dat doen we onder meer met behulp van satellietbeelden en opensourcedata."
Als er een massagraf wordt aangetroffen moet dit zorgvuldig worden gedocumenteerd, zodat er bewijs kan worden overgeleverd aan een internationale rechter. Ook moeten de lichamen stuk voor stuk worden verwijderd, vertelt Bomberger. Van elk lichaam wordt - als dat nog kan - zowel de doodsoorzaak als de identiteit bepaald. "Die informatie linken we vervolgens aan onze database."
De ICMP bereidt zich al sinds 2017 voor op een operatie om vermiste personen in Syrië te identificeren. "Het bewind van Assad deed er alles aan om mensen te laten verdwijnen", zegt Bomberger.
Jarenlang zijn Syriërs onder het regime-Assad opgepakt bij controleposten, bij demonstraties of op werk, beschrijft Ugur Üngör. Hij is hoogleraar genocidestudies aan de Universiteit van Amsterdam en schrijver van het boek De Syrische goelag. Van een grote groep gevangenen is nooit meer iets vernomen.
Op basis van getuigenissen van overlevenden uit de gevangenissen is het aannemelijk dat veel mensen hier zijn geëxecuteerd, zegt de historicus. "En daarna met vrachtwagens naar een massagraf zijn gebracht."
Het zal jaren duren voordat we de namen van de doden weten, denkt hoogleraar Üngör. Identificatie op basis van persoonlijke bezittingen is moeilijk, want gevangenen werden van hun bezittingen ontdaan. De operatie zal dus vooral afhankelijk zijn van DNA van de lichamen, dat moet worden vergeleken met DNA van familieleden van vermisten.
In de ICMP-database staan tot nu toe gegevens van 80.000 Syrische families die op zoek zijn naar een of meerdere naasten. De beslissing om mee te werken, ligt bij families zelf. Om zoveel mogelijk vermisten te kunnen identificeren, zijn volgens Bomberger meer DNA-monsters nodig uit Syrië.
De ICMP wil graag met een team van experts naar het land om te helpen. "Syrië moet het proces leiden, maar wij en andere onpartijdige organisaties helpen graag. Wij hebben de databases en de DNA-mogelijkheden."
Goed gedocumenteerd
Ze heeft goede hoop dat veel doden zullen worden geïdentificeerd. "Het is een enorme operatie, maar conflicten vandaag de dag zijn goed gedocumenteerd. Ook wordt de technologie steeds beter."
De doden een naam teruggeven is belangrijk voor de nabestaanden, zegt Cillessen. "Heel veel mensen weten niet wat er met hun familieleden of buren is gebeurd. Die zijn op enig moment verdwenen en nooit meer teruggekomen."
Zij "moeten nu verwerken dat er een grote kans is dat de slachtoffers in een van de vele massagraven liggen".
Naast het vaststellen van de identiteit is het van belang om de doodsoorzaak te bepalen, zegt Bomberger. "Voor vrede. Anders blijft het de vraag wat er is gebeurd en welke misdaden er zijn gepleegd."
Dit zijn beelden van persbureaus AP en Reuters van de massagraven: