Particulieren verkopen steeds vaker hun studentenwoningen
Het tekort aan studentenhuizen neemt verder toe doordat steeds meer verhuurders hun studentenwoningen verkopen. Vooral in de grote steden dreigt het tekort nog verder op te lopen. In een jaar tijd zijn er meer dan 5000 woningen verkocht, wat neerkomt op ongeveer 10.000 studentenkamers.
Dit blijkt uit een rapport van onderzoeksbureau ABF Research in opdracht van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) en Kenniscentrum Studentenhuisvesting (Kences).
Het aantal verkochte studentenwoningen van particulieren ligt anderhalf keer zo hoog als een jaar eerder. Ondanks forse nieuwbouw door woningcorporaties dreigt Nederland in twee jaar tijd 9 procent van de studentenkamers te verliezen, aldus Kences.
Tekort nog groterNederland had over het afgelopen collegejaar in totaal 393.000 studentenkamers voor studenten in het hoger onderwijs.
Volgens directeur van Kences, Jolan de Bie worden er al sinds 2022 gemiddeld 5000 studentenkamers per jaar gebouwd door voornamelijk woningcorporaties en maar een heel klein deel aangekocht door particulieren om te gaan verhuren.
"Dit zorgt er dus voor dat het tekort alleen maar verder toeneemt", zegt De Bie. Naar schatting leidt dit tot een afname van 45.000 particuliere studentenkamers in twee jaar tijd. Om dat in een perspectief te plaatsen, van het totale aantal studentenwoningen is ongeveer de helft in handen van particuliere verhuurders.
Met name in de grote studentensteden dreigt het tekort verder toe te nemen door de verkopen, blijkt uit het ABF-rapport. In Amsterdam is het aantal verkochte particuliere huurwoningen verreweg het hoogst met meer dan tweeduizend woningen. Hierna volgen Rotterdam (1025), Utrecht (810) en Groningen (695).
CombinatieDat particulieren nu meer huurwoningen verkopen komt door een combinatie van zowel de huizenmarkt als toegenomen overheidsmaatregelen, zegt Sander Burgers, woningmarkteconoom bij ING.
Hij ziet dat de rentes nu een stuk hoger liggen dan vier jaar geleden, dus particulieren kunnen meer verdienen door ergens anders hun geld in te investeren. Tegelijkertijd liggen de verkoopprijzen hoger, wat het aantrekkelijk maakt om hun huurwoningen te verkopen.
Aan de andere kant ziet hij dat verhuurders hun woningen verkopen door maatregelen van de overheid. Zo is er een maximale huur ingesteld, middels de Wet betaalbare huur. Ook is het fiscaal minder aantrekkelijk om een woning te verhuren sinds de belasting op deze woningen is verhoogd.
Daarnaast zijn ook de regels voor woningdelen aangescherpt. Volgens Burgers allemaal redenen voor investeerders die bijdragen aan het sneller verkopen van hun huurwoning.
"We zien dat als je als overheid maatregelen neemt om het voor een verhuurder moeilijker te maken, je deels het probleem verschuift en niet oplost", aldus Burgers. Daardoor is het voor kopers makkelijker om aan een huis te komen in deze sector, maar moet er structureel een groter aanbod komen.
Wat nu?De Bie ziet deze aangescherpte overheidsmaatregelen ook als oorzaak voor de afname van het aantal studentenwoningen. Ze benadrukt wel dat de Wet betaalbare huur niet alleen slechte onderdelen heeft, maar door strengere regels voor woningdelen met drie of meer huurders is het minder aantrekkelijk voor een verhuurder om deze woning te blijven verhuren.
"Wij zeggen tegen gemeenten, sta dat woningdelen vergunningsvrij toe." Dan kan de huurprijs ook iets omhoog wat het aantrekkelijk maakt voor verhuurders, "maar combineer dit wel met een huurtoeslag voor studenten die in deze kamers wonen." Nu krijgen sommige studenten die bij een woningcorporatie wonen deze toeslag maar studenten in een particuliere huurwoning vaak niet.
"Als we het probleem op korte termijn willen oplossen, moet dit nu gebeuren", zegt de Bie.