De oudste verzekeraar van het land, die de basis legde voor de moderne verzekeringswereld, bestaat niet meer. Directeur José Groot brengt vandaag vanuit Haarlem alle 2200 uitvaartpolissen van De Onderlinge van 1719 naar ASR, die ze overneemt. Het einde was na 306 jaar onvermijdelijk, verzucht Groot in het historische onderkomen aan de Korte Begijnestraat in Haarlem: "De tijd heeft De Onderlinge ingehaald."
Het moderne verzekeringsstelsel doet het ooit baanbrekende De Onderlinge de das om. "We zijn te klein om te kunnen voldoen aan alle eisen", legt Groot het probleem uit. In de begintijd waren er ook regels, maar flink minder. "We mochten in 1719 van de burgemeester van Haarlem bijvoorbeeld niet meer dan 600 leden hebben. Ik neem aan dat de gemeente de jaarrekeningen toen ook controleerde."
Tegenwoordig kan directeur Groot zich amper nog met verzekeren bezig houden, omdat ze vrijwel al haar tijd besteedt aan het voldoen aan wetten en regels. "Er is een toezichthouder, een accountant die aan regels moet voldoen, veiligheid met computersystemen, de privacywetgeving. Het is oneindig. Als verzekeraar maak je een afspraak met een polishouder. Maar wij kunnen niet meer garanderen dat we die afspraak in lengte van jaren kunnen nakomen. Daarom zijn we vorig jaar gaan zoeken naar een partij die dat wel kan voor onze polishouders."
Basis van verzekeren
Het historische kantoor van De Onderlinge maakt in één blik de kern van verzekeren duidelijk. In het oog springt de groene balie waar leden wekelijks, maandelijks of per kwartaal door een luikje hun premie, een paar cent, kwamen betalen.
"Dit ademt geschiedenis", zegt Groot over de laatst overgebleven 'begrafenisbos' , zoals een verzekeraar indertijd heette. "Leden doen hier de premie in een bos, een bus. En als iemand overlijdt dan haal je het geld eruit om de begrafenis te betalen. Dat is de essentie van verzekeren: met elkaar de risico's dragen die één iemand treffen."
Begin achttiende eeuw, toen Nederland nog een republiek was, bestond verzekeren wel in de groeiende steden, maar slechts voor een select clubje inwoners, vertelt Groot. "Als je een ambacht leerde of in een gilde werkte, was je automatisch verzekerd. Zat je daar niet in, dan moest je het zelf regelen."
Juist in Haarlem groeide het aantal inwoners dat buiten de boot viel. "Er werkten bijvoorbeeld mensen, vaak uit Vlaanderen, in de blekerijen. Die konden zich nergens bij aansluiten."
Terwijl een nette begrafenis in die tijd haast ongekend belangrijk was. "Vanuit religieus oogpunt wilde iedereen graag binnen de stadsmuren en het liefst zo dicht mogelijk bij de kerk begraven worden. Dat kostte geld. Als je dat niet had werd je buiten de stad in een massagraf begraven."
Op last van de toenmalige burgemeester kwam er in 1719 de eerste overlijdensverzekering waar iedereen, ongeacht afkomst en beroep, zich vrijwillig bij kon aansluiten. Dat werd Begrafenisbos De Vrijwillige Liefdebeurs, later herdoopt tot De Onderlinge van 1719.
25 gulden
Hoe belangrijk de verzekeraar was, blijkt wel uit een kopie van een eeuwigdurende obligatie van de gemeente Haarlem uit 1775 die Groot vanaf een kast tevoorschijn haalt. "Hiervoor zijn alle roerende en onroerende goederen van de gemeente Haarlem aan ons verpand. Als de gemeente hun 25 gulden, 11 euro 35, niet keurig op tijd aan ons overmaakt zouden we in theorie eigenaar van de stad Haarlem kunnen worden. Niet gebeurd. Maar de obligatie loopt nog steeds."
Zo is er overal historie te vinden in het kantoor aan de Korte Begijnestraat. In een grote kluis komen bakken met polissen die Groot vandaag symbolisch naar ASR brengt. "Geen verzekeraar heeft zulke papieren polissen nog. Wij stoppen ook alles in de computer, maar mijn voorgangers geloofden er erg in om alles dubbel vast te leggen. Dat hebben we tot een half jaar terug nog gedaan."
Avant la lettre
Ook de kluis zelf is een boegbeeld van het verzekeringsstelsel: "Geen ingewikkelde sloten, maar wel met meerdere sleutels. De polisdossiers staan bovenin. De waardepapieren en het geld lagen altijd in een loden kist onderin. Die had drie hangsloten met drie sleutels die bij drie verschillende mensen in de zak of de portemonnee zaten. En de vierde bij de bestuurder. Om iets te doen wat verkeerd was, had je vier mensen nodig. Risicomanagement avant la lettre."
Met het einde van de verzekeraar trekt Groot binnenkort ook de deuren van het kantoor achter zich dicht. Gezocht wordt nog naar een koper die het pand in ere wil behouden. "Dit ademt geschiedenis. Er is hier te zien hoe verzekeren is begonnen. We hopen op een koper die het pand hopelijk één keer per jaar wil openstellen voor het publiek."