Onderwijsraad: meer aandacht voor 'thuistalen' helpt bij Nederlands leren
In bijna elke klas van een basis- of middelbare school zitten wel leerlingen die thuis een andere taal spreken dan Nederlands. Tot nu toe mochten zij die op school vaak niet gebruiken, maar de Onderwijsraad adviseert scholen en de overheid om deze zogeheten 'thuistalen' juist wel in te zetten. Dat helpt leerlingen om sneller en beter Nederlands te leren.
Meertaligheid van kinderen wordt in het onderwijs vaak als probleem of als bijzaak gezien, maar volgens de Onderwijsraad laten scholen met die houding mogelijkheden liggen. "Ons advies is dat je verschillende thuistalen kunt benutten om het Nederlands beter te leren en om ín het Nederlands beter te leren", zegt Louise Elffers, voorzitter van de Onderwijsraad.
Het zou kinderen helpen als ze op school bijvoorbeeld ook Turks, Engels, Arabisch, Japans of Fries kunnen spreken. Ze zouden in hun thuistaal kunnen overleggen of vaker dingen kunnen opzoeken in de taal die ze het beste kennen.
Als er meer ruimte is voor leerlingen om hun thuistaal te gebruiken, kan dat volgens de Onderwijsraad "positieve gevolgen hebben voor het welbevinden van leerlingen en hun betrokkenheid bij het onderwijs".
Met behulp van vertaalappsHet advies staat haaks op het idee dat het onderdompelen van leerlingen in één taal zou leiden tot een betere taalbeheersing. Dat idee was lang dominant. "Terwijl uit wetenschappelijk onderzoek al is gebleken dat het heel nuttig is om die thuistalen als bron te gebruiken bij het leren van het Nederlands", zegt Elffers. "Het heeft wel te maken met hoe je het aanpakt."
Vaak denken leraren bijvoorbeeld dat ze alle talen in het klaslokaal moeten beheersen, maar dat is een misvatting. "Dat is zeker niet nodig", zegt Elffers. "We zien al voorbeelden van hoe scholen dit doen. In het voortgezet onderwijs mogen leerlingen hun thuistaal gebruiken om opdrachten te maken van vakken zoals geschiedenis of klimaat en aan de hand van vertaalapps, waardoor ze belangrijke termen kunnen vertalen."
Leerlingen kunnen in groepjes over een onderwerp praten in het Fries of het Turks, waarna ze het klassikaal in het Nederlands bespreken. "Een ander voorbeeld in het basisonderwijs is dat leraren een boek in het Nederlands behandelen, terwijl leerlingen met een andere taal het boek thuis met hun ouders lezen. Zo ontstaat een mooie kennisoverdracht van de thuistaal naar het Nederlands, waardoor ze het Nederlands beter gaan beheersen", aldus Elffers.
Steeds diversere samenlevingIn het advies van de Onderwijsraad wordt uitgelegd dat er in het verleden meer plaats voor andere talen was in het onderwijs, onder meer omdat de overheid toen nog aannam dat gastarbeiders ooit zouden terugkeren naar hun land van herkomst. De afgelopen decennia werden de mogelijkheden daarvoor kleiner en kwam de nadruk sterk op het Nederlands te liggen.
Het idee om meertaligheid in het onderwijs meer aandacht en ruimte te geven, roept ook weerstand op. Sommige leraren vrezen dat leerlingen die alleen Nederlands spreken zich dan juist "minder verbonden zullen voelen met de school of opleiding", valt te lezen in het advies.
Volgens de Onderwijsraad zouden scholen en mbo-opleidingen verplicht moeten worden om aandacht te besteden aan "talige diversiteit", omdat Nederland een steeds diversere samenleving wordt en mensen steeds internationaler georiënteerd zijn.
Nascholing en duidelijk beleidDe Onderwijsraad adviseert schoolbesturen om leerkrachten te ondersteunen door middel van nascholing. Elffers: "Daarnaast is duidelijk beleid belangrijk over hoe leraren met taal moeten omgaan. De benutting van de thuistalen maakt daar nog geen onderdeel van uit, wat leraren weinig houvast geeft over wat ze ermee moeten doen in de klas."
De raad bracht het advies uit op verzoek van de minister van Onderwijs. Of en wanneer het plan op scholen wordt ingevoerd, is nog niet duidelijk. De Tweede Kamer moet de plannen nog goedkeuren. De bedoeling is dat de nieuwe landelijke kerndoelen vanaf volgend schooljaar in werking treden.