VN-rapport: moord, verkrachting en slavernij in Sudanese stad al-Fashir
De paramilitaire beweging Rapid Support Forces (RSF) pleegt misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden in al-Fashir, een stad in het westen van Sudan. Dat staat in een nieuw rapport van de Verenigde Naties. De stad ligt in de regio Darfur waar eerder deze week een dodelijke aardverschuiving plaatsvond.
De rebellengroep maakt zich volgens het rapport schuldig aan tal van onmenselijkheden. Genoemd worden onder meer moord, marteling, slavernij en seksueel geweld. Ook worden mensen gedwongen verplaatst en worden inwoners vervolgd om politieke redenen of vanwege hun afkomst of gender.
De VN constateert verder dat de rebellengroep uithongering inzet als oorlogswapen. Burgers worden beroofd van voedsel, medicijnen en andere onmisbare goederen.
In het rapport staat ook dat niet alleen RSF, maar ook het Sudanese leger burgers aanvalt. Ook vernietigen deze partijen in de oorlog medische centra, markten, voedsel- en watersystemen en vluchtelingenkampen.
"Doelbewuste oorlogsstrategieën""Onze bevindingen laten geen ruimte voor twijfel: burgers betalen de hoogste prijs in deze oorlog", zegt Mohamed Chande Othman, voorzitter van de Fact-Finding Mission van de Verenigde Naties. "Dit zijn geen toevallige tragedies, maar doelbewuste strategieën die neerkomen op oorlogsmisdaden." Hij benadrukt dat de praktijken van de RSF neerkomen op vervolging en uitroeiing.
De VN spreekt van moordpartijen in de stad al-Fashir. Zo zijn er in april in het kamp Zamza, dat in al-Fashir ligt, tussen de 300 en 1500 mensen vermoord, voornamelijk vrouwen en kinderen.
Ook pleegden de RSF-rebellen seksueel en gendergerelateerd geweld. Vrouwen en meisjes uit niet-Arabische gemeenschappen, van wie een aantal pas twaalf jaar oud waren, werden slachtoffer van verkrachting, groepsverkrachting, gedwongen huwelijken of seksuele slavernij. Militairen uit het leger waren betrokken bij seksuele martelingen.
In het rapport wordt ook beschreven hoe de humanitaire hulp wordt bemoeilijkt. De VN stelt dat tussen april 2023 en april 2025 meer dan tachtig Sudanese hulpverleners zijn gedood, en dat anderen zijn vastgehouden.
Sinds 2023 woedt in Sudan een burgeroorlog. Miljoenen mensen zijn op drift geslagen, De VN schat dat zeker 30 miljoen mensen in het land hulp nodig hebben, dat is ruim twee derde van de bevolking. Er zijn nauwelijks journalisten in het oorlogsgebied om verslag te doen.
AardverschuivingDinsdag was er in de Darfur regio, in het Marra-gebergte, een grote aardverschuiving. Veel burgers die op de vlucht waren geslagen voor het geweld in al-Fashir, hadden in het berggebied een veilig heenkomen gezocht. Volgens rebellengroep Sudan Liberation Movement (SLM) zijn er ruim 1000 burgers omgekomen bij de aardverschuiving. Er zou één overlevende zijn.
Afrika-correspondent Elles van Gelder zei dinsdag:"De RSF winnen in de regio Darfur steeds meer terrein, en voeren etnische zuiveringen uit. Veel mensen uit omliggende steden zijn juist naar dit berggebied gevlucht.
Het verlenen van hulp is ontzettend lastig. Vanwege de oorlog, maar ook vanwege geografische uitdagingen in het gebied. Hulporganisaties trokken zich eerder juist terug vanwege het aanhoudende geweld.
Artsen Zonder Grenzen is een van de weinige organisaties die bleven, maar werkt met beperkte middelen. De organisatie beschreef recent nog dit gebied als "humanitair zwart gat", ook omdat er sprake is van malaria en grootschalige, acute ondervoeding van de bevolking."
De SLM heeft internationale organisaties om hulp gevraagd. Een woordvoerder van het Nederlandse Rode Kruis zei tegen de NOS dat een Sudanees team van de organisatie naar het aardverschuivingsgebied is vertrokken, om te helpen bij het bergen van de slachtoffers.
De reis daarnaartoe duurde lang en werd nog bemoeilijkt door onbegaanbare wegen. Daarom moesten hulpverleners deels te voet of per ezel reizen. Omdat er in het Marra-gebergte met een mobieltje amper bereik is, dringen details over de ramp maar langzaam door tot de buitenwereld.