De grote politieke spanningen in de wereld en de achterblijvende economische groei in Europa dwingen de Europese Unie om met een reddingsplan voor de industrie te komen.
Daarom presenteert EU-Commissaris voor Klimaat Wopke Hoekstra een fors pakket aan maatregelen: Hoekstra belooft minder regels, er komt meer ruimte voor staatssteun en er komen vele miljarden extra voor start-ups. Ook gaat Europa erop toezien dat als bedrijven groen gaan produceren, er dan ook een afzetmarkt is voor die groene producten.
Met name de zware energie-intensieve industrie en de tech-industrie die zich richt op schone energie kunnen rekenen op hulp uit Europa.
Clean Industrial Deal
Het plan heeft de naam Clean Industrial Deal gekregen en is een vervolg op de Green Deal van Hoekstra's voorganger Frans Timmermans. Waar de vorige Commissie nog de nadruk legde op het halen van de klimaatdoelen, wil de huidige commissie het bedrijfsleven gaan helpen om die doelen ook echt te kunnen gaan halen. Zo moet het weer aantrekkelijker worden om in de EU te investeren.
De maatregelen komen volgens het bedrijfsleven geen moment te vroeg. Bedrijven vertrekken naar de VS en veelbelovende nieuwe bedrijven komen niet van de grond.
EU-Commissaris Hoekstra vreest voor ernstige gevolgen. Vooral als een deel van de zware industrie, zoals de staal- of cementindustrie, wordt verleid om Europa te verlaten. "En als dat gebeurt, verliezen we allemaal", aldus Hoekstra. "Dat betekent verlies van banen, verlies van economische kracht en meer afhankelijkheid van bijvoorbeeld de Chinezen. En het klimaat is daar ook niet mee geholpen."
Lagere energiebelasting
Het grootste probleem voor de Europese industrie zijn de hoge energieprijzen. De prijzen voor elektriciteit zijn in de EU twee tot drie keer zo hoog als in de VS. Voor gas betalen Europese bedrijven zelfs vier tot vijf keer meer, zo becijferde de Italiaanse oud-premier Draghi al eerder in een alarmerend rapport over de Europese concurrentiekracht.
Daarom stelt de Europese Commissie voor de belastingen op energie tot een minimum te verlagen. Dat zou goed nieuws zijn voor bedrijven.
Tegelijk is dat slecht nieuws voor de Nederlandse schatkist. Toch adviseert Hoekstra de Nederlandse regering serieus werk te maken van het verlagen van de belasting op energie. "Ik ben ervan overtuigd dat de toekomst voor het bedrijfsleven in belangrijke mate bepaald wordt door de prijs van energie en die zal naar beneden moeten, juist ook in landen met relatief hoge energieprijzen als Nederland."
De Europese Commissie komt niet met wetgeving om dit op te leggen, maar doet een klemmend beroep op de lidstaten om dit snel zelf te gaan regelen. Doen landen dit niet, dan is de kans groot dat energie-intensieve bedrijven in de staal- en cementsector en de chemische industrie het niet zullen redden in Europa. En juist die bedrijven zijn cruciaal voor bijvoorbeeld de defensie-industrie, woningbouw en innovatieve bedrijven.
De Europese Commissie wil ook de vraag naar groen geproduceerde producten uit Europa stimuleren. Zo wil de Commissie bekijken of het mogelijk is om leasemaatschappijen te verplichten alleen auto's te kopen die gemaakt zijn met in Europa geproduceerd 'groen staal'. Dat is staal waarbij geen fossiele brandstoffen zijn gebruikt bij de productie.
Miljardeninvesteringen
Jaarlijks moet Europa zo'n 480 miljard euro in energie, industrie en transportsystemen gaan investeren. Dat zijn enorme bedragen, die opgehoest moeten worden door het bedrijfsleven.
De Europese Commissie wil dat mogelijk maken door bestaande investeringsfondsen uit te breiden. Om kleine, veelbelovende start-ups in de zogenoemde clean tech-industrie (bedrijven die inzetten op technologieën die bijdragen aan duurzaamheid) te helpen, steekt de Commissie 100 miljard euro extra in het innovatiefonds.
Bedrijven die nu al investeren in groene techniek zitten met smart te wachten op deze hulp uit Europa.
Minder regels
Een van de opdrachten die de nieuwe Europese Commissie zichzelf heeft gegeven is om bij al het beleid wat ze maakt, tegelijkertijd te zorgen voor minder regels voor burgers en bedrijven. Ook Hoekstra probeert dat waar te maken met zijn Clean Industrial Deal.
Zo belooft hij de staatssteunregels voor de in zijn ogen essentiële sectoren te versoepelen. Ook de CO2-belasting voor goederen die de EU importeert wil Hoekstra versimpelen, door die heffing alleen te richten op de grote importeurs.
Uiteindelijk ziet Europa de omvorming van de kwakkelende Europese industrie tot een concurrerende groene industrie ook als een grote economische kans. Uit berekeningen blijkt dat de wereldwijde markt voor technologie op het gebied van schone energie goed is voor biljoenen in de toekomst. Met de plannen van Hoekstra zouden Europese bedrijven in staat moeten worden gesteld flink mee te profiteren van de kansen die dit biedt.