Raad van State: Armeense Mikael en moeder mogen niet in Nederland blijven
De in Nederland geboren Armeense jongen Mikael en zijn moeder hoeven geen verblijfsvergunning te krijgen. Dat staat in een uitspraak van de Raad van State die vandaag is gepubliceerd. Het is nog niet duidelijk wanneer de 11-jarige Mikael en zijn moeder terug moeten naar Armenië.
In 2010 kwam de moeder van Mikael naar Nederland. Toen ze een asielaanvraag indiende, werd die afgewezen. Ze bleef daarna wel in Nederland. Mikael is in 2012 in Amsterdam geboren, heeft zijn hele leven in Nederland gewoond en is nog nooit in Armenië geweest.
Om in Nederland te kunnen blijven, diende hij een aanvraag in voor een verblijfsvergunning op basis van de Afsluitingsregeling, oftewel de afsluiting van het zogeheten kinderpardon.
De hoogste bestuursrechter oordeelt nu dat de twee te lang uit beeld zijn geweest van betrokken instanties. Daarom hoeft de minister van Asiel en Migratie geen verblijfsvergunning te verlenen.
'Eigen toedoen'In de Afsluitingsregeling staat dat kinderen die al jaren in Nederland wonen onder strikte voorwaarden een verblijfsvergunning kunnen krijgen. Maar als ouders er zelf voor zorgen dat het kind lang in Nederland verblijft, kan er op basis van de regeling geen verblijfsvergunning worden afgegeven. Volgens de Raad van State is dat bij Mikael het geval.
In 2021 oordeelde de rechtbank dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) de aanvraag van de 11-jarige jongen niet had mogen afwijzen. Daar is de Raad van State het dus niet mee eens.
Ook mogen kinderen niet langer dan drie maanden uit het oog zijn geweest van de IND. In 2015 verlieten Mikael en zijn moeder de opvanglocatie van het COA, zonder te laten weten waar ze heen gingen.
"Door hun eigen toedoen is een situatie ontstaan waar de Afsluitingsregeling niet bedoeld voor is", zegt de hoogste bestuursrechter nu. "De minister hoeft daardoor niet de verantwoordelijkheid voor de lange duur van het verblijf van Mikael en zijn moeder in Nederland te nemen."
De jongen moet daarom naar Armenië vertrekken. De Raad van State begrijpt dat het lastig zal zijn om naar een land te gaan waar Mikael nog nooit is geweest en erkent dat de zaak lang heeft geduurd. Ondanks de duur van de zaak, kan de bestuursrechter Mikael geen gelijk geven. "De wens om in Nederland te blijven en de stress en onzekerheid die daarmee gepaard gaan, zetten de toepassing van de Afsluitingsregeling nu eenmaal niet snel opzij."
IND heeft laatste woordDe Amsterdamse burgemeester Femke Halsema doet een beroep op de minister van Asiel en Migratie, Marjolein Faber, om te overleggen met de IND over Mikael. Volgens haar zijn de regels in dit geval te streng. "Mikael is een 11-jarige Amsterdammer en hoort bij zijn vrienden op school. De wens minder migranten in Nederland te hebben, kan nooit zo sterk zijn dat deze ten koste gaat van een 11-jarige jongen die geen ander land kent dan Nederland."
Een woordvoerder van minister Faber verwijst naar de IND. Een besluit om een afgewezen asielzoeker vanwege een schrijnende situatie eventueel toch in Nederland te laten blijven, ligt sinds 2019 bij de directeur-generaal van die instantie.
Een staatssecretaris of minister is weliswaar politiek verantwoordelijk voor de IND, maar heeft sindsdien geen zogenoemde discretionaire bevoegdheid meer zoals tot die tijd wel het geval was.