Precies vijf jaar nadat Groot-Brittannië officieel de Europese Unie verliet, vindt nog maar één op de drie Britten dat Brexit de juiste keuze was. Volgens een peiling van YouGov ligt het aantal Britten dat nog achter Brexit staat op het laagste niveau sinds het referendum in 2016. Vooral onder jongeren die toen nog niet mochten stemmen is het anti-Brexit-sentiment sterk: 75 procent ziet het als een verkeerde beslissing.
De Britten voelden zich altijd al weinig verbonden met het Europese vasteland. Maar hoe weinig men wist over de EU bleek de dag na het referendum toen een van de meest gegoogelde vragen was: 'Wat is de Europese Unie?'
Vanaf dat moment was het voor de Britse en Europese leiders een flinke kluif om te begrijpen wat Brexit in de praktijk betekende. In de jaren die volgden zagen we ondernemers worstelen met handelsbarrières en extra papierwerk, we zagen lange rijen vrachtwagens bij Dover door importcontroles, complexe problemen rond de Noord-Ierse grens, teleurgestelde boeren en veel gemopper over visserijrechten.
Handelspositie geschaad
Maar de totale economische ineenstorting die door tegenstanders van Brexit was voorspeld, bleef uit. Het Verenigd Koninkrijk blijft ondanks alles de zesde economie ter wereld.
Wel heeft Brexit de handelspositie van het Verenigd Koninkrijk geschaad, al laat de omvang zich lastig meten. Het beeld wordt vertroebeld door andere schokgolven die ook economisch effect hebben gehad, zoals de pandemie en de oorlog in Oekraïne.
Een vergelijking met grote Europese buren als Duitsland en Frankrijk is ook lastig omdat die om verschillende redenen eveneens economisch onderpresteren.
Anti-Brexit-partij onderhandelt
Een recent rapport van denktank UK in a Changing Europe stelt dat vooral de handel in goederen na Brexit flink is getroffen: de Britse export van goederen wereldwijd is sinds 2019 slechts met 0,3 procent per jaar gestegen, terwijl het gemiddelde op 4,2 procent ligt. Vooral kleine en middelgrote bedrijven zijn geraakt: daar zie je een daling van 30 procent. Zo'n 20.000 kleine ondernemingen zijn volledig gestopt met exporteren naar de EU.
Daarentegen blijft de handel in diensten (zoals financiële en zakelijke dienstverlening) stabiel, een sector die goed is voor 80 procent van de totale economische output van het VK. Dat kan nog meer van pas komen in een wereld waarin de Amerikaanse president Trump mogelijk hoge heffingen op goederen, maar in mindere mate op diensten wil invoeren.
In het jaar van de vijfde verjaardag van het daadwerkelijke vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU zijn er opnieuw onderhandelingen met Brussel. Dit keer neemt niet een conservatieve pro-Brexit-regering aan de onderhandelingstafel plaats, maar vormt de Labourpartij de regering - een partij die oorspronkelijk tegen Brexit was.
Wat kan wel?
Het leidt ertoe dat er enthousiast wordt gesproken over een 'reset' van de relatie tussen het VK en de EU. Al is 'reset' misschien een te groot woord: zolang de Britten niet opnieuw toetreden tot de interne markt en de douane-unie, zullen de veranderingen beperkt blijven.
Premier Starmer gaat maandag al naar Brussel voor een informele bijeenkomst met EU-leiders. Daarna volgt in april een formele EU-VK-top om de onderhandelingen te starten. De meeste EU-leiders zijn voorstander van nauwe banden met de Britse buren.
Starmer gaat op pad met een duidelijk beeld van wat niet kan: tijdens de verkiezingen sloot hij de meest cruciale punten uit. Om de pro-Brexit-stemmers in het noorden te paaien, beloofde hij niet opnieuw toe te treden tot de interne markt of de douane-unie, en geen vrij verkeer van personen toe te staan. Wat wel kan, en wat de Britten de EU te bieden hebben, heeft hij tot nu toe minder duidelijk geformuleerd.
Mobiliteit versoepelen
Met de Russisch-Oekraïense oorlog op de achtergrond lijkt nauwere samenwerking op het gebied van defensie en veiligheid een logisch vertrekpunt. Een punt waarop de Britten graag verbetering willen is de export en import van dieren- en plantenproducten. Die gaan nu gepaard met veel controles en papierwerk, zoals veterinaire certificaten.
Ook willen de Britten betere voorwaarden voor wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties en chemische regelgeving.
De EU wil vooral voor jongeren graag het personenverkeer versoepelen. Europese jongeren tussen de 18 en 30 jaar zouden dan gemakkelijker kunnen werken en studeren in het VK. Waar dit door de vorige Britse regering werd afgewezen, lijkt er nu ruimte voor onderhandeling. Zolang het maar niet 'vrij verkeer van personen' wordt genoemd.
Dichtbij, maar er niet in
Voor de EU heeft een overeenkomst over visserij prioriteit, een onderwerp dat voor de Britten beladen is.
Ondertussen wordt in de wandelgangen van Westminster de complexiteit van de aanstaande onderhandelingen al grappend samengevat als: "Het doel is eigenlijk zo dicht mogelijk bij de EU, zonder er echt in te zitten".